Frank Lodeizen

Frank Lodeizen

Amsterdam 1931 – 2013 Amsterdam

Frank Lodeizen was een Nederlands beeldend kunstenaar, boekillustrator, etser en lithograaf.

Jeugd
Franks moeder was joods en heette Debora del Valle Rodrigues-de Marina. Zij was familie van de beroemde Joodse Amsterdamse wethouder De Miranda. Debora groeide op in de Transvaalbuurt in Amsterdam, waar ze als jong meisje Guus Lodeizen ontmoette. Guus was een fervente socialist.

Het stel trouwde in 1928. Op 28 september 1931 werd hun eerste zoon geboren: Frank.

Hij was vernoemd naar Frank van der Goes, een oude revolutionaire socialist met wie vader Guus in nauw contact stond.

Vader Guus mislukte op kantoor, als onderwijzer en ook het winkeltje dat hij met zijn vrouw Debora in Heemstede opende, liep – door de crisis van de jaren 1930 – op een fiasco uit. Het gezin zat diep in de schulden.

Al in 1932 scheidden Guus en Debora. Frank was toen een jaar oud.

Franks moeder kreeg kort hierop een relatie met Ernst Lorjé; telg uit een Joodse familie, die een keten van kantoorboekhandels had opgebouwd.

Debora en Ernest trouwden in juni 1935 en verhuisden – met Frank natuurlijk – naar Haarlem. In die stad groeide Frank op. Zijn moeder en stiefvader kregen nog twee dochters, Rifka en Marijke, en openden een boekhandel.

WO II
In de jaren 1939 en 1940 liepen de inkomsten van de boekhandel in Haarlem terug, maar via een list wisten Ernest en Debora de verplichte onteigening van joodse winkels in het najaar van 1940 te omzeilen.

De Duitse maatregelen tegen joden werden steeds heftiger en uiteraard maakte de familie Lorjé zich hierover zorgen. Na de afkondiging van een registratieplicht voor joden vluchtte de familie weg uit Haarlem. De winkel lieten ze achter en ze vestigden zich in een vakantiehuis op de Veluwe, in de plaats Garderen.

Hier raakten Franks ouders betrokken bij het Veluws verzet. Ze hielpen onder andere onderduikers.

Met zijn zusje Rifka belandde Frank op een internaat van de quakers in Eerde, bij Ommen.

25 mei 1943, op het Centraal Station
Het bepalende moment in het leven van Frank Lodeizen vond plaats op 25 mei 1943, op het Centraal Station van Amsterdam. Zijn stiefvader Ernest Lorjé siste hem onder toeziend oog van de moffen toe dat hij zich uit de voeten moest maken. Zijn moeder creëerde opzettelijk een drama zodat de aandacht van hem werd afgeleid en hij kon ontsnappen, maar waardoor zij zelf mee moest op transport.

Deborah had haar onderduikadres verlaten om zich met haar gezin te verenigen.

Ernest en Debora hadden het elkaar beloofd; als één van hen opgepakt zou worden, zou de ander zich aangeven.

Ernest, Debora en hun dochtertje Rifka werden drie dagen later vergast in Sobibor. Alleen de jongste dochter Marijke overleefde de oorlog. En Frank, die inderdaad de tegenwoordigheid van geest had om weg te rennen.

Na de deportatie van Franks ouders naar Sobibor in 1943, waar ze in mei 1943 stierven, kwam hij weer bij zijn biologische vader Guus in Amsterdam terecht.

Toen Guus begin 1945 overleed, moest Frank weer verhuizen, ditmaal naar een oom in Leeuwarden. In Leeuwarden maakte hij in mei 1945 de bevrijding mee.

na WO II
Na de oorlog verhuisde Frank opnieuw, nu naar zijn oom Daan in Amsterdam.

Op zijn 18de had hij geen verwachting meer van het leven, nadat zijn ouders en zusje waren vergast in de oorlog. Het café, zijn vrienden en de kunst waren de redding voor Frank Lodeizen.

Rond 1950 ontdekte Lodeizen zijn echte passie; het kunstenaarschap.

de Vijftigers
Als jonge oorlogswees maakte hij vrienden onder de dichtersgroep de Vijftigers, trok hij op met kunstenaars van de Cobra-beweging en ontdekte hij zelf potlood, etsnaald en gouache.

Hij werd een bekend figuur in de Amsterdamse galerie- en kunstenaarswereld en werkte veel samen met dichters en schrijvers, zoals Hans Andreus, Simon Carmiggelt en Hans Plomp.

In gezelschap van deze groep probeerde hij zijn bestaansrecht af te dwingen. Bert Schierbeek, Remco Campert, Gerard den Brabander, Simon Vinkenoog, Lucebert.

Hij dronk met ze, tekende met ze, rookte met ze, reisde met ze naar Parijs. Lodeizen tekende portretten van zijn vrienden, die er zelf een vers onder schreven. Hij maakte ook kleurige, abstracte gouaches en krijttekeningen.

Een bijzondere band bouwde hij op met Remco Campert, die ook beschadigd uit de oorlog was gekomen. Hij trok met Campert naar Parijs en Campert opende de eerste tentoonstelling van de jonge kunstenaar.

huwelijken
Halverwege de jaren vijftig trouwde Lodeizen met de Zweedse filmster Ulla Jacobsson. De damesbladen smulden van het sprookjeshuwelijk, zeker toen er een kind werd geboren. Lodeizen wentelde zich in het luxe leven dat Ulla zich kon veroorloven, leefde als een playboy, reisde met haar heel Europa door, ontmoette bekende filmsterren en regisseurs en woonde op Mallorca.

Het huwelijk hield twee jaar stand. Lodeizen trouwde in totaal vijf keer en kreeg zes kinderen, waaronder actrice en scenarioschrijfster Rifka Lodeizen, geboren in 1972.

Lodeizen had grote moeite zich te binden en ergens wortel te schieten, wat direct gerelateerd was aan zijn oorlogsverleden; het drama op het centraal station van Amsterdam, het verlies van zijn ouders en alle verhuizingen direct daarna.

Provo
In de jaren 1960 bewoog Lodeizen in de kringen van Provo, aan wie hij veel gratis tekeningen uitdeelde. Want Lodeizen was erg vrijgevig. Op een zelf georganiseerde bijeenkomst in Amsterdam schonk hij de aanwezige kunstenaars en Provo’s gratis wijn, een uitgebreid koud buffet en een gratis prent van hemzelf.

exposities
Lodeizen exposeerde regelmatig en critici beschouwden hem als talentvol. Vertegenwoordigers van de landelijke dagbladen waren steevast present op de openingen van zijn exposities. Ook zijn boeken in samenwerking met schrijvers als Hans Andreus en Simon Carmiggelt oogstten lof. Het Algemeen Dagblad noemde hem ‘De dichter met de droge naald’. Lodeizen verkocht redelijk, maar gaf ook veel van zijn kunstwerken weg.

schijnwerpers
Hij experimenteerde en pakte alles aan wat hem onder de mensen bracht en, liever nog, in de schijnwerpers plaatste. Zo werkte hij mee aan het schilderen van het decor voor het Boekenbal in 1969. Lodeizen en kunstenaars als Jan Sierhuis, Frits Müller en Opland maakten levensgrote doeken met afbeeldingen waar de natie schande van sprak: de paus met een neus als een enorme penis, een vagina met een hangslot. Een bepaalde periode werkte Lodeizen aan een serie etsen met de titel Ode aan het zwart. Hij probeerde al werkende te ontdekken wat dat nu was, dat zwart. Een onderdompeling in verdriet, daar een uitweg uit proberen te vinden, constateerde hij.

vlakverdelingen
Hij maakte veel in de jaren die volgden: grote doeken met vlakverdelingen, ge-etste portretten van zijn bewonderde schrijversvrienden, opgezet in tere lijnen. Er kwamen ook composities van tekens en etnografische elementen, die hij in een zelf bedachte batiktechniek op papier zette.

De kleuren waren vaak ook van eigen makelij, gefabriceerd uit jonge en oude wijn, stuifmeel van kamille, sint-janskruid, zonnebloemen, oude koffie, bietensap en sigarettenas. Aanvankelijk waren invloeden zichtbaar van de door hem bewonderde Lucebert. Later verwees zijn grafisch werk naar onder anderen Paul Klee.

een vertellend karakter
Veel werk had een vertellend karakter. Bewondering oogstte hij vooral vanwege zijn tekeningen en etsen. Zijn kunst hing op exposities, werd aangekocht door enkele musea en verscheen in boekjes.

Voor de opening van een expositie in Galerie Nouvelles Images in Den Haag schreef Lucebert een gedicht: Hij brengt geschenken de kleine jubel en juk van juwelen – alsmede bekommernis om het betreden wit – getoverd in het grillige spoor gaat hij niet teloor – schoon ook het gebeten teken zijn eenzaamheid verraadt.

Waarom bent u nooit heel beroemd geworden?’, vroeg een journalist van De Telegraaf hem in 1989.’

Ik denk, omdat ze me niet kunnen plaatsen’, antwoordde Lodeizen. ‘Ooit ben ik eens door iemand omschreven als een psychisch expressionist. Wat dat nou mag zijn? Ze zijn huiverig voor me, ik verander steeds. Blijf niet bij één onderzoekingsveld, maar probeer alle deuren. Voor mij zit het grote avontuur in dat soort dingen.’

overlijden
Zijn laatste jaren bracht Frank Lodeizen door in het Amsterdamse Dr. Sarphatihuis. Hij overleed op 81-jarige leeftijd.

bron: wikipedia / biografieportaal.nl / zin.nl / vn.nl / nowheretostay.blogspot.com

 

 

Deceased after WWIIArtists in ParisKunstenaars in Amsterdam